Als ik bij Heleen thuis in Arnhem binnenkom, is het net bedtijd voor haar jongens. Een van hen haalt ze nog even uit bed om een opruimafspraak na te komen en zodra hij weer naar boven is, komt ze met thee naast me op de bank zitten. Een kwartslag gedraaid, in kleermakerszit, alle aandacht op mij. Ze vraagt hoe het met mijn kinderen gaat. De rollen zijn omgedraaid. Ik zou haar toch interviewen? Zodra we een professionele houding tegenover elkaar aan tafel aannemen, steekt ze van wal.
Leren leren
‘Toen ik voor het eerst interesse toonde in de piano was ik een jaar oud. Met mijn handen boven mijn hoofd stond ik bij de piano van mijn moeder. Toen ik zeven was en de juf vroeg wie iets wilde spelen tijdens de kerstopvoering stak ik enthousiast mijn vinger op. Voor de gelegenheid leerde ik blokfluit spelen en floot een koraal uit de Matthäus-Passion. Zoals een ander een biologieboek doorleest, las ik muziekboekjes door en leerde de noten.’
Als kind heeft Heleen aan den lijve ondervonden hoe vervelend muziekles kan zijn. Aan het solmiseren en het vasthouden van een sinaasappel om de stand van haar hand goed te krijgen heeft ze geen goede herinneringen. Het enige wat ze wilde, was in de wereld van de muziek duiken. Het was dan ook niet haar juf, maar de muziek zelf die haar motiveerde
door te gaan. ‘Aan de buitenkant speelde ik altijd slordig en aan de binnenkant wist ik niet hoe ik het moest aanpakken. Achteraf weet ik dat ik de noodzaak van het leren leren miste. De diepte waarvan ik nu weet dat die er is, kreeg ik er niet in. Pas op het conservatorium ontdekte ik dat leren het objectief analyseren van je eigen handelen is. Als ik dit had geweten toen ik tien was, was ik verder gekomen.’
Muziek om te leren over jezelf
Als Heleen over haar werk praat, is haar toon trefzeker, levendig en vol van humor. Mijn vragenlijstje kan de prullenbak in, want zo organisch als ze lesgeeft, vertelt ze ook haar verhaal. En ik kan alleen maar met haar meebewegen. ‘In mijn lessen staat piano leren spelen altijd centraal. De muziek is de basis en tegelijkertijd is het een middel om te leren over jezelf, over je mindset, over omgaan met frustratie en emoties. Mijn taak is om ervoor te zorgen dat leerlingen zelf ontwikkeling zien en willen. Dat ze bewust uit hun comfortzone naar de leerzone gaan.’
Een voorbeeld is de leerling van tien met een asynchrone ontwikkeling: ‘Zij vindt heel moeilijke stukken het mooist, daar kan ze haar ziel het best in kwijt. Maar haar jongere zelf zegt: ik wil het in één keer kunnen. In samenspraak met haar hebben we een indeling gemaakt: ze krijgt een stuk in de comfortzone voor haar jongere ik, een stuk in de leerzone voor de kleine stapjes vooruit en een langetermijnstuk dat in haar paniekzone ligt, maar waar ze muzikaal heel blij van wordt. In de les bespreken we dit ook op deze manier. Dit zorgt ervoor dat zij zelf inzicht krijgt in waar ze mee bezig is. Ze weet wat haar te wachten staat als ze aan het paniekstuk begint en ze heeft zelf de keuze om bijvoorbeeld eerst de ‘gemakkelijke’ stukken te doen en een keer de paniek over te slaan. Hierdoor heeft ze veel meer autonomie en controle over haar eigen proces en weet ze precies waar het aan ligt als ze vastloopt met een stuk. De verantwoordelijkheid voor het proces komt stap voor stap bij haar te liggen.’
Op tweeëntwintigjarige leeftijd, na een opleiding journalistiek, ging Heleen naar het conservatorium. Daar ging een compleet nieuwe wereld voor haar open. ‘Mensen die muziek maken, hebben een holistische kijk op de wereld. Het gaat niet alleen om een motorisch talent, het is overzicht én detail, snelheid én diepgang.’ Ze legt uit wat ze bedoelt: ‘Muziek is het fijnzinnig sturen van edel geluid in tijd. Om dat te kunnen, moet je je bewust zijn van tijd. Wat kwam ervoor en wat komt erna? Wat wil je ermee zeggen? Er komt ook vakmanschap bij kijken, zoals techniek en interpretatie. Bovendien komt de binnenwereld ook nog mee. Een veelvuldige connectie dus.’